Als u het antwoord dat u zoekt niet kunt vinden, neem dan contact met ons op.
Bleke spitsmuistenrek

De Bleke spitsmuistenrek werd voor het eerst in 1997 beschreven door Jenkins, Raxworthy en Nussbaum. Hij valt op onder de Microgale-soorten vanwege zijn lichtgekleurde ledematen en zijn bijzonder lange staart, die bijna even lang is als zijn lichaamslengte.
Taxonomie
| Koninkrijk: | Dierenrijk |
| Stam: | Chordadieren |
| Klasse: | Zoogdieren |
| Orde: | Afrosoricida |
| Onderorde: | Tenrecomorpha |
| Familie: | Tenrecidae |
| Geslacht: | Microgale |
| Soort: | Microgale fotsifotsy |
Natuurlijk verspreidingsgebied en habitat
De Bleke spitsmuistenrek is endemisch op Madagaskar en verspreid over de noordelijke, oostelijke en zuidoostelijke regio’s. Hij leeft in vochtige laagland- en bergbossen, doorgaans tussen 600 en 2500 meter hoogte en af en toe in vochtige, droge overgangsgebieden. Hoewel hij relatief wijdverspreid is en aanwezig is in verschillende beschermde gebieden, zijn er nog maar weinig gedetailleerde gegevens over zijn habitatvoorkeuren en habitattolerantie.
Fysieke eigenschappen
Deze kleine tenrek meet ongeveer 59-81 mm in kop-romplengte, met een staart van 69-94 mm, dus zijn staart is bijna net zo lang als zijn romp. Hij weegt ongeveer 7-15 gram. Zijn rugvacht is zacht en lichtgrijs geligbruin tot grijs, met een lichtgrijze of beige onderbuik, vaak getint met roodachtige tinten. De staart is duidelijk tweekleurig, donkerder aan de bovenkant, licht beige aan de onderkant, met een lichtere punt en vaak een dun wit haarpotlood. De voeten zijn bruin met bleke tenen en de oren zijn relatief prominent en licht. De langwerpige vijfde teen aan de achtervoet komt bijna overeen met de lengte van de tweede teen.
Gedrag en levensstijl
Er is weinig bekend over het gedrag van de Bleke spitsmuistenrek. Hij lijkt terrestrisch te leven en voornamelijk actief te zijn op de grond in bladstrooisel, hoewel specifieke dagelijkse activiteitspatronen (dag- versus nachtactief) niet goed gedocumenteerd zijn. Hij foerageert waarschijnlijk frequent vanwege zijn kleine formaat en hoge stofwisseling; details over zijn leefgebied, rust- of nestgedrag en sociale structuur ontbreken echter.
Communicatie
Er zijn geen directe studies naar de communicatie van deze soort. Zoals bij veel Microgales gebruikt hij vermoedelijk chemische signalen en fysiek contact tijdens de interactie tussen moeder en kind, en mogelijk ook zacht klinkende vocalisaties of gilletjes. Er zijn echter geen specifieke studies over deze soort uitgevoerd.
Dieet in het wild
Hoewel er geen gerichte voedingsstudies zijn uitgevoerd, suggereren waarnemingen in gevangenschap of incidenteel dat de soort zich voedt met insecten zoals rechtvleugeligen en schildvleugeligen. Deze grondbewonende ongewervelden komen overeen met het typische insectenetende dieet van tenreks van vergelijkbare grootte, hoewel seizoensgebonden of habitatspecifieke voorkeuren niet bekend zijn.
Voortplanting en levenscyclus
De voortplantingsbiologie van M. fotsifotsy is nauwelijks gedocumenteerd. Er zijn enkele in het wild gevangen vrouwtjes gevonden met drie tot vier embryo’s, maar gegevens over de draagtijd, seizoengebonden geboortes, worpgrootte of ontwikkelingssnelheid ontbreken. Aangenomen wordt dat de jongen altricieel geboren worden en zich op dezelfde manier ontwikkelen als verwante spitsmuis-tenrecs, maar specifieke gegevens zijn niet beschikbaar.
Bedreigingen en beschermingsstatus
De Bleke spitsmuistenrek staat op de Rode Lijst van de IUCN als minst bedreigd vanwege zijn relatief brede verspreiding en vermoedelijk grote populatie. Hoewel hij voorkomt in sommige beschermde bossen, wordt zijn verspreidingsgebied beïnvloed door ontbossing, habitatfragmentatie en begrazing door vee, vooral op lagere hoogte, en door bosbranden. De populatietrends zijn onbekend en verder onderzoek is nodig om zijn veerkracht en de vooruitzichten voor natuurbehoud te beoordelen.
Deze soort in gevangenschap
Er zijn geen gegevens over het houden of fokken van de Bleke spitmuistenrek in gevangenschap. De verzorgingsbehoeften, de protocollen voor het houden van de tenrek en de mogelijkheden voor ex situ-behoud blijven volledig onontgonnen.
